Wie niet met Mij verbonden blijft, wordt weggegooid als een afgebroken wijnrank.
Deze ranken verdorren, men haalt ze bijeen en verbrandt ze in het vuur.

Johannes 15:6

Verheug je omdat je naam in de hemel is opgetekend
Lucas 10:20

Als iemand niet blijkt ingeschreven te zijn in het boek des levens, wordt hij in de poel van vuur geworpen
Openbaring 20:15

In een video van ongeveer 10 minuten spreekt Francis Chan over enkele choquerende feiten die hij in de bijbel leest. Eén ervan is wat de bijbel zegt over de hel. Veel van wat over het algemeen wordt aangenomen over de hel, blijkt helemaal niet zo duidelijk in de bijbel te staan. Andere gedachten, die ons tegen de borst stuiten en waarover veel meningsverschillen bestaan, blijken wel heel duidelijk uit de bijbel te komen. God is zo anders dan wij, en zijn gedachten zijn zo verschillend van onze denkwijze ... alleen al omwille van voorzichtigheid, is het belangrijk om na te gaan wat de Schrift zegt over God en over zijn manier van handelen. "Vrees voor de Heer, is het begin der wijsheid" zegt Psalm 111:10

 

De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was
Lucas 19:10

De hel hoeft niet. Kom naar het feest, alles is klaar

De schrijnende, pijnlijke tragedie van de mensheid is dat ze verloren gaat. Miljoenen en miljarden mensen zijn door God gecreëerd, ze lijken op God en zijn allemaal bedoeld om met Hem en voor Hem te leven, maar ze leven zonder God. In de ogen van de Maker is dit een nutteloos en leeg leven, dat in de praktijk gedoemd blijkt te zijn tot fundamentele eenzaamheid en angst. Zo’n leven is absurd: Je loopt in een tredmolen en je gaat nergens heen. Per slot van rekening is dit een leven dat  buiten zichzelf geen doel heeft, en je kunt alleen nog je angsten onderdrukken door intens te genieten van het tijdelijke. Wat het uiteindelijk oplevert is hooguit een herinnering aan vluchtige schoonheid en geluk, en zelfs de herinnering is zeer vergankelijk. Hugo Claus had dit al vroeg door en gaf het in een gedicht mee aan zijn zoon Thomas, op zijn vierde verjaardag:

Later, mijn jongetje, word je een man,
Later reikhals je als een giraffe naar het hoe en het waarom.
Men zal je stempelen als bagage.
Men zal je kwetsen om je wens en je droom.
En jij zal trachten eens en voorgoed te fotograferen
het hoe en waarom van de vrouw
die kantelt in je lakens
die zingt naarmate je ontdubbelt in haar vel.
En nog later, jongetje, wordt
je leven een plakboek.
Maar nog lange niet, nog lange niet.

Hugo Claus, 7 oktober 1967

Vanuit het standpunt van de bijbel is dit de beschrijving van een leven dat zijn doel gemist heeft, en dat is een catastrofe. Jezus vertelt ons dat zo’n leven eindigt met bittere tranen of met woedend knarsetanden in de hel. (o.a. Matteüs 22:13, 13:47-50)

De hel is Gods onvermijdelijk en rechtvaardig vonnis over hen die het doel gemist hebben.

Zij negeerden namelijk dat er een God is die een doel heeft voor ons leven, en die ons uitnodigt om naar dit doel toe te leven als naar een feest dat helemaal voor ons is klaargezet. Sommigen wilden niet eens luisteren en keerden zich zelfs tegen de brengers van deze uitnodiging. Anderen hadden er wel willen op in gaan, maar stonden er op dat ze zouden “genomen worden zoals ze waren”, zonder in te zien dat hun inbreng niet zou passen op het feest, en zonder te accepteren dat ze eerst niets minder dan een metamorfose zouden moeten ondergaan. Ze zagen niet dat hun eigen bijdrage besmet was door het leven dat ze tot dan toe hadden geleid, en dat ze daarmee zouden afgewezen worden. (Mat.22:1-14)  

Zij dachten dat ze het goed konden hebben zonder te breken met het onrecht waarop de wereld draait. (Luc.13:23-28)

Of dat zij het goed konden hebben zonder te denken aan opbrengst voor Hem die hen alles gegeven heeft (Matt.25:14-30). Of zelfs zonder respect te tonen voor de huishouding die ze voor de Eigenaar mochten beheren (Mat.24:45-51).

Of zonder liefde te betonen aan hen die God lief heeft (Matt.25:31-46).

Of dat zij het goede van God konden ontvangen zonder Jezus te erkennen als Hersteller van, en Heer over de situatie van de ontspoorde wereld; d.w.z. als Messias of Christus. (Matt.8:5-13)

Het vooruitzicht van het onvermijdelijke vonnis waar de mensen op afstevenden, en de bittere tranen en de boos knarsende tanden die daarvan het resultaat zouden zijn, stemden Jezus triestig. Dit was en is hartverscheurend voor hem en voor zijn Vader, die de wereld zo lief had dat hij zijn enige Zoon heeft gegeven, opdat iedereen die in hem gelooft niet verloren zou gaan, maar eeuwig leven zou hebben (Joh.3:16). God wil immers niet dat sommigen verloren gaan (2Pet.3:9). Maar anderzijds verheugt Hij zich ook niet in goddeloosheid en kwaad, en Hij haat allen die onrecht doen (Psalm 5:5-6). Hij wil dat alle mensen tot bekering komen, zodat ze worden gered en de waarheid leren kennen (2Pet.3:9; 1Tim.2:4).

Toen Jezus door een groepje enthousiastelingen als Messias werd bejubeld maakte hij geen zegegebaar, maar er staat dat Hij bij het binnenrijden van Jeruzalem weende (Luc.19:41). Het waren tranen van verdriet en hartzeer ter wille van hen die hun ondergang tegemoet gingen. Een vreselijk lot stond hen te wachten, want ze beseften niet dat God met bekommernis naar hen uitreikte, en hen uitnodigde om het leven over een andere boeg te gooien, zodat ze werkelijk met Hem in zee zouden kunnen gaan. 

De Heer heeft vandaag nog steeds dezelfde bewogenheid voor de mensheid. Omdat wij niet verloren zouden gaan biedt Hij ons een leven aan als een bruiloftsfeest. Als we ons maar vastberaden klaarmaken en ons bij Hem voegen. We kunnen de feestkleren nu al aantrekken, het zal wat raar staan, maar dat is omdat de anderen niet meefeesten. We kunnen nu reeds beginnen om met Hem en voor Hem te leven, dat is wat Hij wil en wij geloven dat de eeuwigheid zal openbaren wat voor goeds Hij allemaal voor ons heeft klaargezet! Als we ons maar bij Hem voegen, en in liefde de feestkleren aantrekken die Hij voor ons gekocht heeft (1Kor.2:9, Openb.5:9, Jes.61:1-10)

Hij deed mij het kleed van de bevrijding aan,
hulde mij in de mantel van de gerechtigheid,
zoals een bruidegom een kroon opzet,
zoals een bruid zich tooit met haar sieraden.

Jesaja 1:10 NBV

Om te bespreken

  • Wat is Gods doel voor jou?
  • Bij wie moeten wij rekenschap afleggen over ons leven? en waarom?
  • Wat gebeurt er als wij ons leven niet kunnen verantwoorden?
  • Waarin bestaat Gods liefde?
  • Hoe is het mogelijk om Gods doel voor mij na te streven?
  • Bespreek Ezechiël 18:20-23
    -  Waarvoor dient de wet?
    -  Wat voegt het nieuwe testament hier aan toe? 

> Bekijk korte antwoorden

Drie dingen die we over de hel behoren te weten

  1. De hel is de straf na het oordeel
  2. De hel wordt beschreven met beelden als vuur en duisternis waar mensen wenen en knarsetanden
  3. De hel is onherroepelijk, vernietiging of eeuwige pijniging

1. De hel is de straf na het oordeel

Handelingen 17:30-31 NBV 2004 
God roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want hij heeft bepaald dat er een dag komt waarop hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door een man die hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze man gaat, heeft hij geleverd door hem uit de dood te doen opstaan.

Johannes 5:28-29 NBV 2004
Er komt een moment waarop alle doden zijn stem zullen horen en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden. 

Matteüs 13:47-50 NBG 1951
Het Koninkrijk der hemelen is gelijk aan een sleepnet, neergelaten in de zee, dat allerlei bijeenbrengt. Wanneer het vol is, haalt men het op de oever, en zet zich neer en verzamelt het goede in vaten, doch het ondeugdelijke werpt men weg. Zó zal het gaan
bij de voleinding der wereld. De engelen zullen uitgaan om de bozen uit het midden der rechtvaardigen af te zonderen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.

Er komt dus een moment, een dag waarop Jezus een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal vellen. Die het goede gedaan heeft, of die Gods uitnodiging dankbaar heeft aangenomen en de noodzakelijke vernieuwing heeft ondergaan, wacht het eeuwige leven. Wie het slechte gedaan heeft, of zijn ontoereikend leven eigengereid heeft doorgezet zonder rekening te houden met de wil van zijn Maker, noch met het aanbod van verlossing, wordt veroordeeld en gestraft.

De hel is de rechtvaardige straf na het oordeel op deze dag.

Een goddeloos of zondig leven geeft aanleiding tot slechte levenservaring, soms tot heel erge situaties. Wellust maakt relaties kapot, opgekropte frustratie en woede leidt tot geweld. Hebzucht en begeerte leidt tot scheiding, enz… Maar dat is niet de hel waarover Jezus en anderen in de bijbel spreken. De hel komt in de bijbel voor als een begrip in een juridische context. Het is wel degelijk de straf na het oordeel op het einde der tijden.

Nergens in de bijbel is een aanleiding te vinden om te veronderstellen dat na het overlijden nog hoop zou zijn op een tweede of derde kans om zich te bekeren en zo uit het oordeel behouden te worden. Bekering is wel degelijk tijdens het aardse bestaan de vernieuwing ondergaan die noodzakelijke is om bij de voleinding der wereld onder de rechtvaardigen te kunnen gerekend worden.

2. De hel wordt beschreven met beelden als vuur en duisternis waar mensen wenen en knarsetanden

In de gelijkenis van het graan en het onkruid op het veld was de conclusie: “Laat beide samen opgroeien tot aan de oogst, dan zal ik, wanneer het oogsttijd is, tegen de maaiers zeggen: Wied eerst het onkruid, bind het in bundels bij elkaar en verbrand het.” (Matteüs 13:24-30 NBV 2004)

Als uitleg zei Jezus o.a.: “de oogst is de voleinding der wereld; de maaiers zijn de engelen. Zoals nu het onkruid verzameld wordt en met vuur verbrand, zo zal het gaan bij de voleinding der wereld. De Zoon des mensen zal zijn engelen uitzenden en zij zullen uit zijn Koninkrijk verzamelen al wat tot zonde verleidt en hen, die de ongerechtigheid bedrijven, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal het geween zijn en het tandengeknars.” (Matteüs 13: 36-43 NBV 2004)

En werpt de onnutte slaaf uit in de buitenste duisternis. Daar zal het geween zijn en het tandengeknars. (Matteüs 25:30 NBG 1951)

Op de oordeelsdag zullen zij die volgens Gods normen hun leven doelloos verspild hebben en ook anderen tot dezelfde nutteloosheid hebben verleid, het vonnis ondergaan dat beschreven wordt als duisternis, vuur, geween en tandengeknars. Voor joden zijn dit gebruikelijke beelden voor de hel. Uiteraard kunnen deze termen niet letterlijk geïnterpreteerd worden, duisternis en vuur zouden elkaar immers uitsluiten.

In de duisternis terecht komen is uitgesloten worden van alles waar inhoud, zin, vreugde en voldoening zou kunnen gezien worden. In het vuur gegooid of verbrand worden is opgeruimd worden. Het geween is uiting van de ellende die je overkomt, de pijn van de wanhoop en de bittere teleurstelling omdat je beseft dat je verworpen en afgeschreven bent. Het knarsetanden komt voort uit de frustratie  en de woede om wat je overkomt. Deze sanctie van uitstoting wordt dus heel bewust ervaren, de doden zullen ertoe weer tot leven gewekt worden.

Matteüs 18:8-9 NBG 1951
Indien uw hand of uw voet u tot zonde verleidt, houw hem af en werp hem weg. Het is beter voor u verminkt of kreupel ten leven in te gaan, dan met twee handen of twee voeten in het eeuwige vuur geworpen te worden. En indien uw oog u tot zonde verleidt, ruk het uit en werp het van u. Het is beter voor u met één oog ten leven in te gaan, dan met twee ogen in het hellevuur geworpen te worden.

Ook hier is vuur een beeld voor het finale lot van hen die de wet gebroken, of gezondigd hebben zonder bekering of zonder afstand te doen van hun zondige leven. Afhakken, uitrukken en wegwerpen zijn metaforen voor de radikale ingreep die bekering behoort te zijn. Je tot God wenden en je voorbereiden om met Hem en voor Hem te gaan leven “snijdt in het vlees”. Vernieuwing veronderstelt dat men zijn natuurlijke neigingen aflegt en ze telkens weer afwijst als ze zich opnieuw zouden manifesteren. Door deze zelfverloochening behoort al wat tot zonde kan verleiden grondig en definitief opgeruimd te worden.

3. De hel is onherroepelijk, vernietiging of eeuwige pijniging

 

Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna. (Matteüs 10:28 NBV 2004)

Én ziel én lichaam “laten omkomen in de Gehenna” is in de NBG 1951: “verderven in de hel”, in de HSV  2010 “te gronde richten in de hel” en het kan ook vertaald worden met “vernietigen in de hel”.

Het loon, dat de zonde geeft, is de dood, maar de genade, die God schenkt, is het eeuwige leven in Christus Jezus, onze Here. (Romeinen 6:23 NBG 1951)

Leven is het geschenk van de Scheper aan alle mensen. Het wordt echter voor altijd afgenomen van hen die het doel van de Schepper voor hun leven tot het einde toe gemist hebben: dood voor zowel ziel als lichaam. Maar aan hen die gered zijn en het doel in Jezus Christus bereiken, wordt het leven uiteindelijk voor altijd geschonken, als de gave van onsterfelijkheid.

Godsvrees is beter dan vrees voor mensen, zelfs als die je zouden kunnen doden. Onder Gods oordeel wordt immers niet alleen je lichaam gedood maar ook je ziel. Wie echter niet op eigen wijsheid noch op zijn eigen inspanningen rekent, maar zichzelf verloochent en gerechtigheid zoekt door één te worden met Gods Zoon (Fil.3:8-9) zal uit de dood opgewekt worden om voor eeuwig te leven.

Zo kan geen mens zich tegenover God op iets beroemen. Door Hem bent u één met Christus Jezus, die dankzij God onze wijsheid is geworden. Door Christus worden wij rechtvaardig en heilig en door hem worden wij verlost. (1 Korintiërs 1:29-30 NBV 2004)

Wie in Christus Jezus zijn, worden niet meer veroordeeld (Romeinen 8:1 NBV 2004)

Je kunt beter verminkt of kreupel het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen of twee voeten in het eeuwigbrandend vuur geworpen worden. (Matteüs 18:8 NBV 2004)

Op het einde blijkt het enige alternatief voor een Godvrezend en op Hem gericht leven “eeuwigbrandend vuur” te zijn. In de andere vertalingen staat “eeuwige vuur”.

Marc 9:43,48 NBV 2004
43 Als je hand je op de verkeerde weg brengt, hak hem dan af: je kunt beter verminkt het leven binnengaan dan in het bezit van twee handen naar de Gehenna te moeten gaan, naar het onblusbare vuur.
je kunt beter met één oog het koninkrijk van God binnengaan dan in het bezit van twee ogen in de Gehenna geworpen worden, 48 waar de wormen blijven knagen en het vuur niet dooft.

“Gehenna” is het onvertaalde woord uit de grondtekst, waarvoor in andere vertalingen het woord “hel” wordt gebruikt. Hier is het omschreven door “onblusbaar vuur” en “wormen die blijven knagen of niet sterven en vuur dat niet uitdooft”.

Het woord Gehenna is afgeleid van de naam van het smalle, rotsachtige Dal van Hinnom of het dal van de zonen van Hinnom, Dal van Ben-Hinnom, ten zuiden van Jeruzalem. Dit dal heeft sedert de regeerperiode van koning Achaz een afgrijselijke reputatie. Toen werden daar mensen verbrand als afgoden- offers, o.a. Achaz’s zonen (2 Kronieken 28:3, 33:6; Jeremia 7:31-33, 19:2-6, 32:35).

Jezus gebruikte die plaats als beeld voor de hel. Daar werd in zijn tijd trouwens nog steeds dag en nacht vuur brandend gehouden. Afval, vuil en lijken van dieren en verachte misdadigers werden in dit vuur van gehenna opgebrand.

De term “onblusbaar vuur” komt ook voor in Matteüs 3:12, waar Johannes de doper over de komende Christus zegt: hij houdt de wan in zijn hand, hij zal zijn dorsvloer reinigen en zijn graan in de schuur bijeenbrengen, maar het kaf zal hij verbranden in onblusbaar vuur. (NBV) Ook Ezechiël 20:47-48 en Amos 5:5-6 vermelden vuur dat onblusbaar is of niet kan gedoofd worden. Het blijkt in deze teksten de uitdrukking te zijn voor een vuur dat alles verteert of dat zeker blijft branden tot alles is opgebrand, niet een vuur dat de eeuwigheid lang blijft branden.  

In 2Petr.2:6 worden de steden Sodom en Gomorra die tot de vernietiging (NBV) veroordeeld waren en tot as verbrand zijn, als voorbeeld gesteld voor het vonnis dat alle goddelozen of zondaars wacht. Judas7 zegt dat Sodom en Gomorra daar liggen als voorbeeld, onder een straf van eeuwig vuur. Het “eeuwige vuur” van de helle-straf zal dus zijn als vuur dat niet ophoud voor dat alles tot as verbrand is. Diezelfde metafoor komt voor in Mat.18:8, en kan dus ook daar begrepen worden als complete vernietiging, en niet noodzakelijk als eeuwige pijniging.   

Het beeld van de worm die niet zal sterven, en het vuur dat niet zal uitdoven werd eerder gebruikt in Jeaja 66:24. Daar spreekt het van de schande der nederlaag. Wat op het verlaten slagveld achter blijft is vuur en onbegraven lijken die een feestmaal zijn voor de wormen. Het soort worm dat alleen op lijken leeft is geen beeldspraak voor het pijnigen van onsterfelijken, maar voor het schandelijk doen verdwijnen van mensen nadat ze gestorven zijn.

Er kan gediscussieerd worden over de vraag of de hel de complete vernietiging is van de verlorenen, of als het eeuwige pijniging is. Wie er op staat dat onsterfelijkheid alleen geschonken wordt aan hen die door hun geloof eeuwig leven in Christus ontvangen hebben, heeft geen moeite met opbranden of complete vernietiging in de hel, temeer daar de term “eeuwig vuur” elders in de bijbel ook de betekenis heeft van compleet tot as opbranden.

Eeuwige pijniging veronderstelt onsterfelijkheid van de ziel. Alhoewel dit onder christenen een traditionele gedachte is, is het niet eenduidend in de bijbel terug te vinden. Als we “het eeuwige branden” en “de rook van hun pijniging die opstijgt in alle eeuwigheden” (Openb.14:11) wel letterlijk interpreteren, móeten we er wel van uitgaan dat de ziel eeuwig blijft leven, of dat zij die niet in Christus gestorven zijn, ook onvergankelijk uit de dood zullen opgewekt worden, maar dan om voor eeuwig gepijnigd te worden. De dood die als straf wordt opgelegd aan de niet-verloste mens moet dan begrepen worden als geestelijke dood (zoals in o.a. Ef.2:1,5) of een bestaan dat van God is afgescheiden.

In de parabel van de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31) wordt de overleden rijke man gepijnigd in “Hades” of het dodenrijk, wat soms ten onrechte wordt verward met de hel. Hades is de plaats waar overledenen die niet in Christus gestorven zijn, verblijven in afwachting van de oordeelsdag waarop iedereen uit de dood zal opgewekt worden. De veroordeelden zullen daarna bij wijze van executie in gehenna of de hel geworpen worden.

Dit is ook te lezen in Openbaring 20:11-15, waar de hel de “poel des vuurs” genoemd wordt en “de tweede dood”. Het dodenrijk en de dood zullen daar de tweede of definitieve dood ondergaan (vers 14). Als de dood gestorven is, en alles wat leeft niet meer zal sterven, zal de laatste vijand die in 1Kor.15:26 vermeld wordt, de dood, definitief uitgeschakeld zijn. Deze nieuwe toestand zal perfect zijn, God zal alles zijn in allen (1Kor.15:28).

Als de hel permanente vernietiging betekent, is zij de laatste schakel in het tot stand brengen van de volmaaktheid. Als de hel een eeuwigdurende realiteit is, die van God is afgescheiden, moet volmaaktheid begrepen worden als het perfect gehoorzame dat perfect is afgescheiden van het ongehoorzame dat voor altijd perfect gevangen zit als uiting van Gods perfecte toorn.

Zij zullen als straf het eeuwig verderf ondergaan, weg van het aangezicht van de Heere en van de heerlijkheid van Zijn macht
2 Tessalonicenzen 1:9 HSV



Gespreksvragen en korte antwoorden

  • Wat is Gods doel voor jou?
    Leven met en voor God
  • aan wie moeten wij rekenschap afleggen over ons leven? en waarom?
    Aan God, want Hij heeft ons gemaakt
  • Wat gebeurt er als wij ons leven niet kunnen verantwoorden?
    Dan worden wij gestraft, dat is de hel
  • Waarin bestaat Gods liefde?
    Dat Hij ons bij zich wil hebben en ons dus wil redden van deze straf
  • Hoe is het mogelijk om Gods doel voor mij na te streven?
    Door Jezus te volgen
  • Bespreek Ezechiël 18:20-23

     - Waarvoor dient de wet?
       Die doet ons de zonde kennen of toont ons waar we ons doel missen
     - Wat voegt het nieuwe testament hier aan toe?
       Gods liefde krijgt vat op ons leven door eenwording met Jezus en dus niet meer bestuurd te worden door onze verdorven natuur maar door Gods Geest die ons gegeven wordt om onze bekering waar te kunnen maken.

> De hel hoeft niet
> Drie dingen die we over de hel behoren te weten

Over de hel
PDF – 153,1 KB 218 downloads

De Mensenzoon is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren was
Lucas 19:10